De historie van de elektrische auto

De eerste voorlopers van de elektrische auto werden in het begin van de 19e eeuw al ontwikkeld. Het eerste schaalmodel werd in 1828 gebouwd door de Hongaarse priester en fysicus Ányos Jedlik. Daarna volgde nog meerdere vergelijkbare projecten door verschillende uitvinders uit verschillende landen. Ook in Nederland, zo maakte de Groningse hoogleraar Sibrandus Stratingh in 1835 ook een schaalmodel van een elektrische voertuig. De schaalmodellen waren op dat moment slechts een aantal plankjes met wielen. De grote doorbraak van elektrische auto’s liet namelijk nog zo’n vijftig jaar op zich wachten.

Toen in 1859 de oplaadbare lood-zuurbatterij werd uitgevonden versnelde de ontwikkeling van de elektrische auto. Het eerste elektrische voertuig dat in 1881 voor het eerst de weg betrad was een experimentele driewieler ontwikkeld door de Fransman Gustave Trouvé. Drie jaar later was het dan eindelijk zo ver; in 1884 werd de eerste elektrische auto gebouwd door de Engelse Thomas Parker. Dit model ging de geschiedenisboeken in als de eerste elektrische productieauto.

Toen Thomas Parker de elektrische auto ontwikkelde was hij opzoek naar een voertuig dat efficiënter omging met brandstof. Hij wilde een voertuig ontwikkelen dat mechanisch betrouwbaar was en dat weinig onderhoud nodig had. Dit leek hij in de elektrische auto gevonden te hebben. Bovendien was een elektrische auto ook een stuk comfortabeler dan een auto met een brandstofmotor. Zo rammelde de auto tijdens het rijden een stuk minder en hadden de passagiers geen last van uitlaatgassen. Een groot nadeel daarentegen was dat het rijbereik toentertijd een stuk kleiner was. Al was dat toen nog niet zo’n groot probleem, omdat auto’s voornamelijk in de stad gebruikt werden en er vooral korte afstanden gereden werden.

Rond 1900 was de elektrische auto ontzettend populair. In veel grote steden zijn er kort na 1900 veel elektrische taxi’s. Zo was 90% van de taxi’s in New York op een bepaald moment in de geschiedenis volledig elektrisch. Toen er elektriciteit aangelegd werd in de huizen, konden particulieren hun auto ook thuis laden. Daardoor nam de populariteit van de elektrische auto onder de particulieren snel toe. Begin 1920 hadden elektrische auto’s zelfs een marktaandeel van 40% en had de brandstofauto slechts een marktaandeel van 22%. De rest van de voertuigen (38%) werd toen nog door stoom aangedreven.

Door een aantal ontwikkelingen verloor de elektrische auto haar populariteit halverwege de jaren ’20. Zo nam de behoefte naar een groter rijbereik dan dat elektrische auto’s toendertijd konden realiseren toe. Bovendien werd de techniek rondom verbrandingsmotoren enorm verbeterd, waardoor men minder last had van de comfortproblemen die voorheen gepaard gingen met verbrandingsmotoren. Ook de benzineprijs zakte, waardoor het goedkoper werd om te rijden met een brandstofauto. Tot slot zorgde massaproductie ervoor dat brandstofauto’s nog goedkoper werden en dat elektrische auto’s de strijd verloren.

Na het einde van de tweede wereldoorlog ontstond er een brandstof te kort en daardoor had de elektrische auto een opleving. Dit was echter maar van korte duur en het duurde nog een aantal decennia totdat de populariteit van de elektrische auto weer echt toe nam. In 1997 introduceerde Toyota de Prius, een hybride auto dat de voordelen van een elektrische auto combineert met de voordelen van een brandstofauto. De auto was een groot succes, en hybride auto’s werden steeds populairder. Dit kon nog niet gezegd worden over volledige elektrische auto’s. De volledig elektrische auto’s uit de jaren 2000 voldeden nog niet echt aan de wensen van de gemiddelde automobilist. Zo was er in 2006 de Xebra van het Amerikaanse bedrijf ZAP, dat een topsnelheid had van 65 km/h en een actieradius van 64 km.

Lees ook: Elektrische auto actieradius: wat heb je écht nodig?

In 2008 kondigde Tesla motors de volledig elektrische Tesla Roadster aan. De elektrische auto was terug. Dit is de eerste elektrische auto die gebruik maakt van een Lithium Ion accu en had een verbluffende actieradius van 390 kilometer. De Tesla Roadster trok veel belangstelling waardoor ook andere fabrikanten interesse kregen in hybride en volledig elektrische auto’s. Merken als Renault en Nissan focuste zich in tegenstelling tot Tesla op de markt van kleine en betaalbaardere stadsauto’s en introduceerden al snel de Nissan Leaf en de Renault ZOE.

De elektrische auto is de afgelopen jaren steeds populairder geworden. Op dit moment rijden er 198.000 (deels) elektrische auto’s rond in Nederland. In 2030 zijn er voldoende betaalbare elektrische auto’s beschikbaar en zullen er naar verwachting zo’n 1.9 miljoen elektrische auto’s rondrijden. Om al die elektrische auto’s te kunnen laden zijn er, volgens consultancybureau PwC, 1.5 miljoen extra laadpalen nodig in Nederland. De beste manier om een elektrische auto te laden is namelijk aan een laadpaal.

Laden aan een laadpaal is een stuk efficiënter, veiliger en goedkoper dan laden aan een regulier stopcontact en/of laden aan een openbaar laadpunt. Bovendien zijn er ook een tal aan nieuwe ontwikkelingen beschikbaar waardoor elektrische auto's slim geladen kunnen worden. Denk aan technieken als dynamic load balancing en vehicle-to-grid. Wilt u weten welke laadpaal het meest geschikt is voor uw situatie? Onze experts kunnen u daar uitstekend bij helpen. Vul het onderstaande formulier in en zij nemen zo snel mogelijk contact met u op om de mogelijkheden te bespreken.